HOME www.tegels-uit-rotterdam.com
JACHTSLOT FALKENLUST, BRÜHL BIJ BONN
Niet alleen München onder Keurvorst Max Emanuël doch ook Bonn werd onder Keurvorst Joseph Clemens, zijn broer, eveneens tijdens de Spaanse Successie-oorlog in Frankrijk in ballingschap wonend, een centrum van de frans-hoofse kunst en kultuur voor het Rijnland. Bij zijn terugkeer kwam de burcht inBrühl, die in 1689 door een ontploffing grotendeels was vernield voor herbouw in aanmerking. Aanvankelijk heeft Robert de Cotte, met Guillaume Hauberat ter plaatse, aan deze plannen leiding gegeven, doch de nieuwe bouw, zoals die thans nog bestaat, is te danken aan Keurvorst Clemens August (1700-1761), derde zoon van Max Emanuël, die sinds 1725 zijn plannen heeft doorgezet. Tot 1728 had Johan Konrad Schlaun de leiding over de kern van de herbouw, vervolgens werden eerst aan Franz Joseph Roth, bouwmeester der Duitse Orde, de decoratieve afwerking en nog vele herzieningen opgedragen, daarna aan François Cuvilliés Sr. (1695-1768), die als hofarchitect van Max Emanuël en na diens dood in 1726, van Keurvorst Karl Albrecht, broer van Clemens August, groot overwicht in München had gekregen. Tot ± 1740 heeft Cuvilliés persoonlijk de leiding in Brühl gehad. Met hem begon de tweede in moderne franse geest georiënteerde bouwperiode van het kasteel, dat naar zijn opdrachtgever Augustusburg werd genoemd.
Te midden van deze activiteit wil Clemens August, een der rijkste en prachtlievendste onder de keurvorsten, bovendien nog een hartewens vervuld zien in de bouw van een in het park van Brühl gelegen jachtslot, dat speciaal voor de genoegens tijdens de valkenjacht moest dienen. De opdracht voor Falkenlust werd Cuvilliés in 1729 verleend, de eerste steen op 16 juli van dat jaar gelegd; in 1737 was het voltooid. Dit ideale "maison de plaisance" in beheerste Régence-Rococo-stijl is het chef-d’oeuvre van de architect-kunstenaar Cuvilliés geworden, inderdaad de weerklank van zijn eigen ideeën. Hoewel in dezelfde tijd, dat hij tot na 1735 in Bonn verbleef, de plannen voor het kasteel Augustusburg geleidelijk verwezenlijkt werden, dient toch in verband met de tegelkamers de beschouwing van Falkenlust aan Brühl vooraf te gaan, daar in het jachtslot reeds in 1731 de tegeldecoratie werd geleverd, terwijl de tegelkamers in Brühl eerst na 1740 werden afgebouwd.DE TEGELS IN HET TRAPPENHUIS VAN JACHTSLOT FALKENLUST
Cuvilliés heeft op grandioze wijze het gehele trappenhuis in Falkenlustzonder de minste overdaad van een tegeldecor voorzien, dat in verband met de valkenjacht op reigers in hoge mate tot de verbeelding spreekt.
Het grondpatroon van de wandindeling van het trappenhuis van Falkenlust is een netwerk van tegels met het Wittelsbacher wapen. Er zijn twee groepen van figuratieve tegels, die zich verticaal als ook horizontaal herhalen.
Aanzicht van het trappenhuisGrote overhoeks-geplaatste omlijstingen van 14 tegels tonen in wit-en-blauwe ruiten het Beierse wapen en tevens de kleuren van de jachtorde van St. Hubertus, die door Clemens August is gesticht. In deze ruiten zijn twee tafereelgroepen in een rangschikking van 18 tegels elk getekend, voorstellende de deelnemers aan de jacht, de heren te paard, de dames als toeschouwers, de valkeniers, de knechts, die een rek met valken of reigers dragen. Daarmede afwisselend de valken en de reigers zelf, van het nest tot volle wasdom, in de vlucht, in gevecht met elkaar enz. enz. Bij deze jacht werden tegelijk twee valken en één reiger losgelaten: als de valken de reiger hadden gegrepen, hielden zij deze op de grond vast, totdat de jagers een ring om een poot hadden bevestigd als bewijs van zijn nederlaag, waarna de reiger weer werd vrijgelaten.
De beide groepen bestaan uit elk 18 tegels. Idere tegel toont een voorstelling op zich. In het trappenhuis werden 10.581 tegels aangebracht.
motiefgroep 1
motiefgroep 2De schilder van de voorbeelden
François Cuvilliés moet de ontwerpen voor deze taferelen, die in zuivere Régence-Watteau-stijl zijn uitgevoerd door een Franse tekenaar hebben laten maken.
De ontwerper van de tegelmotieven moet men zoeken onder de leidende meesters op hun vakgebied, die Clemens August voor de bouw van het jachtslot Falkenlust ter beschikking stonden. Het ligt voor de hand de voorbeelden aan Stephan Laurenz de la Roque toe te schrijven, die in de rekeningen van de bouw als schepper van de plafondschilderingen in het trappenhuis wordt genoemd. Bij de tegels en bij de plafondschildering zijn vergelijkbare elementen aan te wijzen die op een gemeenschappelijke bron duiden.Het is bekend, dat de tegels in Rotterdam zijn besteld, daar de "sponsen" er voor in het Gemeentearchief aldaar worden bewaard. Het is wel zeker, dat zij af komstig zijn uit de tegelbakkerij De Bloempot, die in dezen tijd onder beheer stond van Jan Aalmis Sr (1674-1755).
valkenier Spons in het Gemeentearchief
Twee zittende dames met waaiers in de hand als toeschouwer bij de valkenjacht
Valkenier te paard Valkenier met valken op het draagrek
met een valk op de rechter hand
Twee gehuifde valken, de rechter opvliegend. Op de huif het monogramm CA voor Clemens AugustOver de zending naar Brühl is de volgende rekening van het Kurfürstliche Schloszbauamt in Bonn bewaard (Kurköln, IV, 43 j 7): "Denen Erben des Johan Baptist Dulman in Cöln für Fracht von 26 Kisten voll Porcellaine Plattgen, so aus Hollant kommen, seynt lauth Beylag zahlt 78 Reichsthaler 58 1/2 Stüber“.
Reiger met een vis in de snavel die bij het nest met jonge reigers aan komt vliegen
In het Gemeentearchief van Rotterdam worden twee geaquarellieerde landschappen bewaard waarop de 22 voorbeelden voor de tegels in Falkenlust zijn geplakt.
DE TEGELS IN DE BENEDEN SALON VAN JACHTSLOT FALKENLUST
In de beneden salon kwam het jachtgezelschap om de keurvoorst bijeen. Van hieruit gingen de valkeniers op jacht en kwamen hier terug om de afloop van de jacht te vieren. De tegeltableaus tonen jachtscènes. De cartouches duiden op de bouw- en jachtheer.
Familieportretten in tegelomlistingOok in de grote zaal van Falkenlust heeft Cuvilliés voor de lambrisering, de kleine penanten naast ramen en schoorstenen, en de hoekvullingen naast de geschilderde portretten der keurvorsten van een tegeldecor gebruik gemaakt. Monogrammen en penantpilasters zijn hier als tegelmateriaal van een ongekende fijnheid in hun gracieuse Régence-compositie.
In de lambrisering zijn kleine tegeltableaus in een cirkel, omgeven door ruiten van het Beierse wapen.
Een valk heeft een reiger tegen de grond gedrukt
Een reiger voedt zijn jongen
Een reiger bij de visvangst
Een valk bij de hazenjacht
Monogram van het Keurvorst Clemes AugustDe contacten met de Nederlandse tegelindustrie, i.e. de Rotterdamse tegelbakkerij “De Bloempot” aan den Schiedamschedijk, westzije, protocol No. 1405(Aalmis)kunnen niet anders dan een veelbelovend resultaat voor de toekomst hebben gehad, want zelden werd zulk een fraaie tegelversiering geleverd in een volmaakt pastelkleurig blauw overeenkomend met de fijne kwaliteit der tekeningen.
Literatuur
C.H. de Jonge, Hollandse tegelkamers in Duitse en Franse kastelen uit de eerste helft van de 18e eeuw; Nederlands Kunsthistorusch Jaarboek 1959
C.H. de Jonge, Holländischer Kachelschmuck in den Schlössern Brühl und Falkenlust; in: Aus Schloss Augustusburg zu Brühl und Falkenlust, 1961
W. Hansmann, W. Joliet, Die Bildfliesen im Treppenhaus von Schloss Falkenlust zu Brühl; in: Jahrbuch der Rheinischen Denkmalpflege, Band 37, 1996
W. Hansmann, W. Joliet, Viel Tausend Vergnügen mit Falken und Reihern – Die Rotterdamer Fliesen und Fliesentableaus in Schloss Falkenlust zu Brühl -, 2004Die Schlösser Augustusburg und Falkenlust in Brühl sind seit 1984 UNESCO-Welterbestätte.
www.vsmm.nl (HET VALKERIJ-MUSEUM / THE FALCONRY MUSEUM / DAS FALKENEREI-MUSEUM VALKENSWAARD)