HOME     www.tegels-uit-rotterdam.com

 

 WILLEM DE V.  EN   CAROLINA

SCHILDERIJ - PRENT - TEGELTABLEAU

Studiematerial van Wilhelm Joliet

Ouders

Willem IV,
Willem Karel Hendrik Friso van Oranje Nassau

Geboren 1 september 1711 in Leeuwarden.
Overleden 22 oktober 1751 in ’s-Gravenhage.

Gehuwd 25 maart 1734 in Londen met:

Anna van Hannover

Geboren 2 november 1709 in Herrenhausen.
Overleden 12 januari 1759 in ’s Gravenhage.

Kinderen uit dit huwelijk:

naam

geboren

plaats

overleden

plaats

Wilhelmina Carolina

28-2-1743

Leeuwarden

5-3-1787

Kirchheimbolanden

Anna Marie

15-11-1746

Leeuwarden

29-12-1748

Leeuwarden

Willem V

8-3-1748

’s Gravenhage

9-4-1806

Brunswijk

Stadhouder Willem V

Willem V wordt in 1748 geboren. Hij is de oudste zoon van Willem IV en Anna van Engeland. Als hij nog maar 11 jaar oud is, wordt de jonge Willem wees. Hij komt onder voogdij te staan van de Hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel, de gouverneur van 's- Hertogenbosch. In 1766, het jaar waarin Willem V 18 jaar oud wordt, komt er een einde aan het voogdijschap van de hertog. Door het tekenen van de 'Acte van Consulentschap', bindt Willem zich echter met handen en voeten aan de Hertog die op die manier een flinke vinger in pap houdt. Op 4 oktober 1767 trouwt Willem V met Wilhelmina von Hohenzollern, een Pruisische prinses die in Berlijn geboren is. Ze krijgen drie kinderen, te weten Louise Frederike (1770), Willem Frederik, de latere koning Willem I (1772) en Frederik (1774). Wilhelmina is, zoals later zal blijken, een krachtige persoonlijkheid. Dit in tegenstelling tot de zwakke Willem V.
In 1780 breekt de vierde Engelse oorlog uit. Dit was de doodssteek voor de handel die toch al grotendeels stil lag. Stadhouder Willem V wordt ervan beschuldigd dat hij er heimelijk Engelse sympathieën op na houdt. Daardoor ontstaat er een verwijdering tussen enerzijds de regenten en anderzijds het stadhouderlijk huis. In de tweede helft van de jaren tachtig maken de Patriotten (tegenstanders van Oranje) zich meester van het bestuur in de provincie Holland. Zij proberen de macht van Willem V te verzwakken door hem een aantal belangrijke functies te ontnemen. Zo verliest hij in 1785, naar aanleiding van het Oranjeoproer in 's-Gravenhage, het commando over het garnizoen aldaar. De prins reageert hierop door met zijn gezin Den Haag te verlaten en zich in Nijmegen te vestigen. Een jaar later wordt hem de functie van kapitein-generaal ontnomen naar aanleiding van de aanval van Oranjegezinde troepen op de Gelderse stadjes Hattem en Elburg.
De aanhangers van Oranje willen zich niet bij deze situatie neerleggen. Zij vinden dat de stadhouder het zich niet langer kan permitteren om in Gelderland te verblijven en zijn van mening dat hij terug moet keren naar Den Haag om zijn macht te herstellen. Willem V is echter niet bereid te gaan tenzij hij daartoe wordt uitgenodigd door de Staten van Holland. Zijn echtgenote prinses Wilhelmina besluit dan om zelf naar Den Haag te gaan. Het doel van haar reis is het herstellen van de rust en vrede en het voorkomen van een burgeroorlog tussen de Patriotten en Oranjegezinden. Op 28 juni 1787 gaat prinses Wilhelmina via Nijmegen, Tiel, Nieuwpoort en Schoonhoven op weg naar 's-Gravenhage.
De voorgenomen reis van de Wilhelmina lekt echter uit en een vrijkorps uit Gouda wacht haar op bij de Goejanverwellesluis die, wegens desertie van troepen, onbewaakt is. Zo gebeurt het dat Wilhelmina met haar gevolg wordt aangehouden en naar een vlakbijgelegen boerderij gebracht waar het vrijkorps van Gouda ingekwartierd is. Het gezelschap wordt met getrokken sabels bewaakt. 's Avonds arriveert de Commissie van Defensie die weigert de Prinses doorgang te verlenen zonder goedkeuring van de Staten van Holland. De volgende dag keert zij woedend naar Nijmegen terug waar ze een brief stuurt naar haar broer Frederik Willem II, koning van Pruisen. Door het incident bij de Goejanverwellesluis kan hij haar niet langer zijn hulp weigeren.
Frederik Willem II, koning van Pruisen, beschouwt de aanhouding van zijn zuster als een belediging en eist genoegdoening van de Staten van Holland. Op 13 september trekt een leger van 20.000 Pruisische soldaten de Republiek binnen.
Op 18 september 1787 herstellen de Staten van Holland noodgedwongen Willem V in zijn functie van kapitein-generaal en commandant van het garnizoen te 's-Gravenhage. Twee dagen later keert hij op hun verzoek terug naar Den Haag. De patriotten ontvluchten het land, velen van hen keren echter na 1795 (de inval van de Fransen) weer terug om weer bestuursfuncties te gaan vervullen.
Op 26 juni 1794 walsen de Fransen over België. In september slaan de Fransen met succes beleg voor 's-Hertogenbosch. Op 16 oktober capituleert Venlo, Maastricht valt na een belegering van 6 weken en op 7 november volgt Nijmegen. De overgebleven Patriotten vieren feest en dansen rond de vrijheidsbomen. Utrecht valt op 16 januari 1795 in handen van de Fransen, Arnhem op 17 januari en Nieuwersluis op de 18e. Willem V vertrekt op zondag 18 januari, geholpen door Scheveningse vissers, richting Engeland. Hij vertrekt met de woorden: 'ik ga maar ik kom weder'. Op 9 april 1806 overlijdt hij te Brunswijk. Op 29 april 1858 wordt zijn stoffelijk overschot bijgezet in het familiegraf in de Nieuwe Kerk te Delft. Na de Napoleontische oorlogen wordt Nederland uitgeroepen tot Koninkrijk en wordt de oudste zoon van Willem V, Willem I, de eerste koning van Nederland.

WILLEM V

Schilderij van Pieter Frederik De la Croix (1709-1782)

Het schilderij toont de zevenjarige Willem V symbolisch in vol ornaat met door zijn vader verworven ambten en waardigheden. Hij is, weliswaar onder voogdij, erfstadhouder en opperbevelhebber van de landmacht en van de vloot van de Verenigde Nederlanden. Als neef van  Koning George II van Grootbrittanië is hij ridder in de orde van de Kouseband en is met de borstster, sjerp en knieband getooid. Zijn fiere houding met de kommandostaf in de rechter en met de linker hand op de heup straalt hij waardigheid en superioriteit uit. Ondanks zijn civiele kleding wijst de diepere betekenis van het schilderij beslist op het belang van de militaire opdrachten, waarin hij zal opgroeien. De rechts op de voorgrond liggende boeken, waarvan een met de titel TRAITÉ DE L’ATAQUE, een opgerolde tekening van een vesting en tekenattributen en de globe achter de rechts zijwaarts afhangende zware draperie, die boven de totale voorstelling is opgetrokken en de blik op de wereld vrijgeeft, dagen hem uit tot de studie van de militaire wetenschappen. Op een sokkel met twee zuilen bij de uitgang naar het slotpark wacht hem de neergelegde helm van een veldheer met open vizier en met een rijke verentooi, waarmee hij in de toekomst zijn op de achtergrond zichtbare troepen en zijn vloot buiten op de zee zal commanderen.

WILLEM DE V. PRINS VAN ORANJE.
ERFSTADHOUDER.
KAPITEIN GENERAAL EN ADMIRAAL DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.
ENZ, ENZ, ENZ.

P.F. de la Croix pinx.
P. Tanjé sculps. 1755.

Prent van Pieter Tanjé (1706 - 1761)
naar een schilderij van Pieter Frederik De la Croix (1709 - 1782),
614 x 417 mm,
met een privilege van de Staten van Holland en Westfriesland.

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM,
COLLECTIE K.O.G., INV.NR. BR-KOG-265 (1885)

Tegeltableau in paars, 4 x 3 tegels.

Rand in paars.
Pluis: A.14.06. Slingerdecor; A.14.06.34 Tulphalfje; p; 1750-1920
A.15.01. Randhoek met centraal hoekdecor

Carolina van Nassau-Weilburg

(Leeuwarden 28 februari 1743 — Kirchheimbolanden 5 maart 1787),

Carolina was de dochter van stadhouder Willem IV. en Prinses Anna van Hannover. Zij werd als derde kind in Leeuwarden geboren nadat de eerste twee kinderen reeds waren overleden.

Carolina was de oudere zuster van Willem Batavus van Oranje-Nassau, de latere stadhouder Willem V. Willem IV was reeds erfstadhouder en in 1747 werd bepaald dat het stadhouderschap ook in de vrouwelijke lijn kon worden voortgezet. Daardoor had Carolina de mogelijkheid om ook stadhouder te worden.

Artikel 15.
Bij ontstentenis van een opvolger, krachtens een der vier voorgaande artikelen tot de Kroon geregtigd, gaat deze over op de wettige mannelijke uit mannen gekomen nakomelingen van wijlen Princes CAROLINA VAN ORANJE, zuster vam wijlen Prins WILLEM DEN VIJFDE en gemalin van wijlen den Prins van Nassau-Weilburg, op gelijke wijze als in artikel 11 ten opzigte van de nakomelingen van wijlen Koning WILLEM FREDERIK, Prins van Oranje-Nassau is bepaald.

Toen vader Willem IV in 1751 stierf, was broer Willem Batavus slechts 3 jaar.

Carolina trouwde op 5 maart 1760 met Karel Christiaan, vorst van Nassau-Weilburg.Tussen 1751 en 1759 was Carolina in toenemende mate pion in een spel van tegen de hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel gerichte intriges. In Friesland en Groningen wilden sommige invloedrijke regenten haar zelfs het erfstadhouderschap in deze gewesten opdragen en aldus haar door Brunswijk overheerste broer uitschakelen. In Overijssel werd bij de dood van Anna van Hannover in 1759 het plan geopperd Carolina, zodra zij meerderjarig zou zijn, gouvernante te maken om aldus Brunswijks macht te fnuiken. Met dit plan schijnen Carolina en haar man te hebben ingestemd, maar het is niet verwezenlijkt: Brunswijk bleef voogd en waarnemend kapitein-generaal. Alleen in Friesland was Carolina bijna een jaar, namelijk tot Willem V in maart 1766 meerderjarig werd, gouvernante.

Carolina was zeer muzikaal. In 1765 bezocht Wolfgang Amadeus Mozart Nederland. Zowel Wolfgang als zijn zuster Nannerl waren erg ziek, zodat het tot in 1766 duurde. Daarbij componeerde Mozart de ndige stukken en was hij getuige van de installatie van Willem V als stadhouder.

Carolina en Karl-Christiaan kregen 15 kinderen, waarvan er twee in de koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft begraven liggen. Hun zoon Friedrich Wilhelm von Nassau Weilburg (1768-1816) zette de lijn voort, die uiteindelijk leidde tot Henri van Nassau-Weilburg, de Groothertog van Luxemburg.

Daar waar Carolina verantwoordelijk is voor de Luxemburgse erflijn, was zij voorheen tevens verantwoordelijk voor die van Nederland.

Carolina stierf op 44 jarige leeftijd in Kirchheimbolanden in Duitsland.

Portret van prinses Carolina van Oranje.
Pastel door P.F. de la Croix. 1754.

Paleis Het Loo Nationaal Museum
in bruikleen van de Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau
(aanwinst 1996).

Afmetingen: 30,80 cm x 25,30 cm
Dagmaat: 25,50 cm x 24,00 cm
Signatuur: P.F. de la Croix (rechtsmidden)
Anno: 1754 (rechtsmidden)

De la Croix heeft in dit jaar verscheidene portretten van de prinses gemaakt, mogelijk met het oog op het zoeken van een huwelijkskandidaat. Een prent met Prinses Carolina ten voeten uit is bekend van Pieter Tanjé.

Een vierregelige toelichting onder de prent luidt:
CAROLINA,
PRINCESSE VAN ORANJE:
ENZ. ENZ. ENZ.
Met Privilegie van Haar Ed: Groot Mog: de Heeren Staaten van Holl: en West Vriesland.

P.F. de la Croix pinx.
P. Tanjé sculps. 1755,

Prent van Pieter Tanjé (1706 - 1761)
naar een schilderij van Pieter Frederik De la Croix (1709 - 1782),
614 x 417 mm.

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM,
COLLECTIE K.O.G. INV. NR. BR-KOG-264 (1885)

Tegeltableau in paars, 4 x 3 tegels.
Rand in paars.

Pluis: A.14.06. Slingerdecor; A.14.06.34 Tulphalfje; p; 1750-1920
A.15.01. Randhoek met centraal hoekdecor

STEDELIJK MUSEUM VLISSINGEN
SMV-NR. 78

Foto: Dr. J.H. VAN DEN BERGE; BERGAMBACHT

Een tegeltableau met dezelfde voorstelling was op 4 november 1977 in Interaktie
afgebeeld met de vermelding “verblijfplaats onbekend“.

Gegevens over de schilderijen en de prenten

WILLEM DE V. Prins van Oranje

Olieverf op doek door Pieter Frederik De La Croix
85 x 67 cm
Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau: SC/0150

CAROLINA, Prinsesse van Oranje
Olieverf op doek door Pieter Frederik De La Croix
De afmetingen zijn mij niet bekend.
Het portret van Prinses Carolina is in het bezit van een Nederlandse familie, die helaas geen nadere gegevens over dit schilderij geeft.

Prenten van Pieter Tanjé naar de twee schilderijen bevinden zich in het Österreichische Nationalbibliothek te Wenen en in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam.

Wanneer en waar werden deze tegeltableaus geschilderd?
De tableaus kunnen op zijn vroegst uit 1755 dateren aangezien niet de schilderijen, maar de gedateerde prenten tot voorbeeld dienden. Op zijn laatst komt het jaar 1885 in aanmerking, in dat jaar kwamen de twee tegeltableaus met Willem V en Carolina in het bezit van de Kon. Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam
Carolina trouwde op 5 maart 1760 met Karel Christiaan, vorst van Nassau-Weilburg. Toen zal waarschijnlijk geen tegelschilder meer Willem V en Carolina als kinderen geschilderd hebben.
Ik veronderstel dat het tijdstip dat de twee tableaus geschilderd werden tussen 1755 en 1760 zal liggen. Alle kenmerken wijzen er op dat Rotterdam de plaats van vervaardiging is (bijv. de aan de tableaus toegevoegde randtegels en de manier van schilderen). Helaas zijn de achterkanten van de tegels niet te zien, daar beide tableaus opgeplakt zijn. Het hulpmiddel van de tableaunummering met letters en cijfers ontbreekt de eventuele toeschrijving.

In welke Rotterdamer tegelbakkerij werden de tableaus geschilderd?
Er komen naar mijn mening alleen de bakkerijen van de familie Schut, Aalmis en Bakhuyzen in aanmerking. De vooraanstaande plaats van deze families blijkt onder andere daarin, dat zij Hoofdlieden van het Sint-Lucasgilde waren, die uit de meester-tegelbakkers verkozen zijn. Daarbij is op te merken, dat in de jaren 1755 tot 1780 Jan Aalmis junior, maar vooral zijn jongere broer Jan Bartholomeus Aalmis, van tijd tot tijd dat amt bekleed hebben.
1755 en 1756 Jacob Schut / 1757 en 1758 Jan Bartholomeus Aalmis
1759 en 1760 Jacob Schut / 1761 en 1762 Jan Aalmis junior
1763 en 1764 Jacob Schut / 1765 en 1766 Jan Bartholomeus Aalmis
1767 en 1768 Jacob Schut / 1769 en 1770 Jan Bartholomeus Aalmis
1771 en 1772 Ludolph Bakhuyzen / 1773 en 1774 Jan Bartholomeus Aalmis
1775 en 1776 Jacob Schut ./ 1777 en 1778 Ludolph Bakhuyzen
1779 en 1780 Jan Bartholomeus Aalmis.

Jacob Schut

Geboren te Rotterdam, volgt, gezamenlijk met zijnen broeder Hendrik Schut III, in 1738 hunnen vader, Hendrick Schut II op in diens tegelbakkerij aan de Delftsche Vaart bij de Raambrug, protocol N°. 1814.
*  In 1762 wordt Jacob Schut deelgenoot in de tegelbakkerij van Ludolph Bakhuyzen aan de Hoogstraat, protocol N°. 194.

Jan Aalmis junior

(Geboren mei 1714 te Rotterdam. Hij sterf te Rotterdam 30 september 1799)


en
Jan Bartholomeus Aalmis

(Geboren 1725 te Rotterdam. Hij sterft te Rotterdam 3 september 1786)
De tegelbakkerij aan den Schiedamschedijk, westzijde, protocol N°. 1405

Ludolph Bakhuijsen

(Geboren 29-8-1717 te Amsterdam. Hij sterft te Rotterdam 6-4-1782)
Tegelbakkerij aan de Hoogstraat, protocol N°. 194
* In 1762 wordt Jacob Schut deelgenoot in de tegelbakkerij.